Preventiebeleid

Preventiebeleid Scouting De Paauw

Gewoon zorgeloos plezier hebben, dat staat bij Scouting De Paauw voorop. Om hiervoor te zorgen heeft Scouting De Paauw  een preventiebeleid. Het preventiebeleid van Scouting De Paauw bestaat uit de volgende elementen:

Gedragscode voor leiding en bestuursleden

Scouting De Paauw is onderdeel van Scouting Nederland en onderschrijft volledig de gedragscode van de moederorganisatie. Alle leiding en bestuursleden  hebben kennis genomen van deze Gedragscode van Scouting Nederland en leven hem na.

Verklaringen Omtrent Gedrag (VOG)

Scouting De Paauw vereist dat iedere vrijwilliger (zowel leiding als bestuur) een geldige Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) heeft.
Een Verklaring Omtrent het Gedrag  is een verklaring waaruit blijkt dat iemand in het verleden geen gedrag heeft vertoond dat een bezwaar vormt voor het vervullen van een leidingtaak of bestuurstaak binnen Scouting Willibrord. De Verklaring Omtrent het Gedrag wordt afgegeven door het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Vertrouwenspersoon (zie contact pagina)

We doen ons best om te zorgen dat scouting voor iedereen een leuke en leerzame vrijetijdsbesteding is. We willen dat iedereen die lid is van Scouting De Paauw zich daar veilig en thuis voelt. Toch kan er een situatie ontstaan waar je graag met iemand in vertrouwen over wilt  praten. Voor dit soort situaties is er binnen Scouting De Paauw een vertrouwenspersoon aangesteld. Dit geldt zowel voor jeugdleden, hun ouders als voor vrijwilligers.

De vertrouwenspersoon is beschikbaar voor een gesprek en advies als het moeilijk of onwenselijk is om deze vragen direct met de betrokkene(n) te bespreken. Dit kan gaan om zaken rondom: pesten, alcohol, drugs, geweld of ongewenste intimiteiten. Maar het kan ook over andere scouting zaken gaan zoals bijvoorbeeld financiële problemen, waardoor een lid niet kan deelnemen aan een kamp.

Zoals de naam ‘vertrouwenspersoon’ al zegt, wordt alles wat met de vertrouwenspersoon wordt besproken, vertrouwelijk behandeld. Dat wil zeggen dat niemand hoeft te weten wat er met de vertrouwenspersoon is besproken of dát er met de vertrouwenspersoon contact is gezocht. Andere mensen (bestuur, ouders, betrokkenen) worden alleen ingelicht als dat samen is afgesproken. Alleen als er sprake is van strafbare feiten dan zal er, in overleg, contact gezocht moeten worden met het bestuur en het bevoegd gezag.

De vertrouwenspersoon zal samen met de melder proberen te zoeken naar een oplossing. Dat kan bijvoorbeeld een gesprek met de leiding of met het bestuur zijn. Desgewenst kan de vertrouwenspersoon hier ook bij aanwezig zijn om de melder bij te staan. De vertrouwenspersoon zal niet optreden als mediator. Ook kan de vertrouwenspersoon de melder in contact brengen met personen of instanties die verder kunnen helpen in het specifieke probleem. In ernstigere gevallen kan hij/zij ook steun zijn bij het doen van aangifte en in gang zetten van het protocol ongewenst gedrag. Daarnaast kan de vertrouwenspersoon de hulp inschakelen van het landelijk opvangteam Scouting Nederland.

Kortom: De vertrouwenspersoon kan dus worden benaderd als je een probleem hebt, dat je niet wilt of kunt bespreken met iemand van de leiding of het bestuur. Dit geldt zowel voor (staf)leden als ouders.

We hopen dat niemand de vertrouwenspersoon echt nodig zal hebben, omdat het natuurlijk beter is als je problemen direct met elkaar bespreekt. Ook willen we onderstrepen dat het eerste aanspreekpunt bij problemen altijd de voorzitter of groepsbegeleider is.

Volgens Scouting Nederland heeft een vertrouwenspersoon de volgende taken:

  1. Beschikbaar zijn voor vragen en/of opmerkingen van ouders, met name over zaken betreffende de omgang tussen de vrijwilligers van de groep en de jeugdleden, als het moeilijk of onwenselijk is om deze vragen direct met de betrokkene(n) te bespreken. Dit kunnen zaken zijn rondom: pesten, alcohol, drugs, geweld of ongewenste intimiteiten, maar het kan ook over iets anders gaan.
  2. Contactpersoon zijn voor de vrijwilligers voor zaken betreffende de omgang tussen de vrijwilligers onderling en/of met de jeugdleden, rondom diezelfde onderwerpen, voor zover men behoefte heeft aan een vertrouwenspersoon of zaken niet door het bestuur kunnen worden behandeld.